Hechten tijdens de Avondvierdaagse

door | jun 10, 2024 | Blog | 0 Reacties

Home » Blog » Hechten tijdens de Avondvierdaagse

In dit blog schreef ik hoe de hechting tussen mij en Prinses* in het zwembad ontstond. Vier jaar en drie zwemdiploma’s verder zoek ik nieuwe manieren om ons -soms moeizaam- contact, te herstellen. Hoe Prinses* en ik elkaar dankzij de Avondvierdaagse terugvonden, lees je in dit blog. 

 

Zondagochtend. De eerste etappe van de vierdaagse moet vandaag voltooid. Waar haar klasgenootjes vier avonden achter de fanfare aanrennen lopen Prinses* en ik de eerste drie etappes overdag, want prikkelarm, met zijn tweetjes. Prinses* heeft geen zin, maar de belofte dat ze colasnoepjes krijgt weekt haar los van de bank.

 

Een kwartier later staan we in wandeltenue, gewapend met snoep, water en bananen, eindelijk buiten. ‘Wacht! We hebben nog geen startstreep!’ Prinses* pakt haar stoepkrijt en trekt een bobbelige lijn voor de deur.  Met een reuzesprong –‘Neehee! je mag de lijn niet aanraken’ – verlaten we eindelijk onze straat.

‘Vijf mensen. Een groot gezin. Nee, het zijn er meer. Kijk maar’

‘Zijn we er al?

Hoe vaak moeten we nog?

Wat? Nóg drie keer?

Ah, een hondje! Mag ik ‘m aaien?

Vind jij dit leuk?

Wandelen is saai

Jij hebt zeker deze route uitgekozen…

Oh? Je doet het voor mij? Waarom?

Zijn we er al?

Mooie bloemen!

Waarom mag je die niet plukken?

Zijn we er al?

Ik ben moe’

We hebben vijfhonderd meter gehad.

 

Na 3000 stappen lopen we langs een speeltuin-met-theehuis. ‘Kijk, een glijbaan! Dan ga ik glijden en jij koffie drinken. En ik ook. Geen koffie natuurlijk. Iets lekkers. Voor mij. Anders is het oneerlijk. Ah toe?’ Het theehuis is leeg, en er ligt een hond voor de deur. Geen muziek. Ideaal dus voor ons.

‘Ik probeer deze gezinssamenstelling te begrijpen. Vijf kinderen die niet op elkaar lijken’

 

Een koemelk-latte– ‘wij doen niet aan moderne fratsen’ -, twee kaastosti’s en een Fristi later vallen mijn ogen op een gezin. Een donkerblonde vader klimt op de glijbaan, gevolgd door een stroblond peutertje. Erachteraan een roodharige kleuter en een donkerblond jochie. Een blonde -waterstofperoxide- moeder vangt haar kroost onderaan de glijbaan op. ‘Vijf mensen. Een groot gezin’ zeg ik. ‘Nee. Er zijn er meer’ zegt Prinses*. Haar blik ontgaat ook vandaag weer niets. Uit de glijbaan glijden namelijk nog twee meisjes: een stroblonde en een zwartharige.

 

Prinses telt hardop: ‘één vader, één moeder en drie, vier, nee, vijf kinderen.’ Ik kijk en probeer deze gezinssamenstelling te begrijpen. Vijf kinderen, waarvan drie in dezelfde leeftijd die niet op elkaar lijken. Ik kraak mijn hersenen, hopend dat ons gestaar vader en moeder ontgaat. ‘Misschien zijn dit twee families?’ opper ik voorzichtig.

‘Weet je Patty? Ik denk dat het pleegouders zijn’

 

Het begint ineens keihard te regenen. Vader gooit de peuter op zijn schouder en trekt een kleuter aan de hand mee. Moeder houdt haar regenjas als een tent boven de andere kinderen. Ze rennen ons gezichtsveld uit. Prinses* slurpt haar flesje leeg. ‘Zag je dat Patty? Wat een goede papa en mama. Weet je? Ik denk dat het pleegouders zijn. Die zijn altijd lief.’

 

Kom maar op met die volgende drie etappes!

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *