Je (pleeg)kind achterlaten bij een oppas. Hoe dan? De eerste keer dat wij opa en oma lieten oppassen raakte Prinses* zo in paniek dat we ons uitje cancelden. Nu, anderhalf jaar later, proberen we het nog eens. Door de oppas vooraf aan te kondigen en onze boodschap steeds weer te herhalen genoten wij van een gezellige avond uit. En dat gun ik jou ook.
Dag 1: Eieren lossen, zaadjes droppen, startschotten planten. Of zoiets.
‘Lieverd. Paul en Patty gaan vrijdag een avondje weg. Buurvrouw Janna komt oppassen. Jij ligt dan al te slapen.’
“Dat wil ik niet.”
‘Dat weet ik. En dat begrijp ik. Toch gaan Patty en Paul een avondje weg. Dat is belangrijk voor ons.’
“Belangrijker dan bij mij blijven?”
Je brengt de boodschap. Dat is op dag 1 voldoende.
Dag 2: ‘Wie gerust slaapt vreest geen onweer’
‘Nog vier nachtjes en dan komt buurvrouw Janna oppassen. Jij gaat, zoals altijd, eten om zes uur. Daarna breng ik jou naar bed. Ik ga voorlezen, een liedje zingen en dan ga jij lekker slapen.’
“Gaan jullie niet met mij eten?”
‘Wij gaan naar een restaurant.”
“Dat is niet eerlijk! Gaan jullie zonder mij? Dat wil ik niet.”
‘Ik blijf bij jou tot je slaapt. Je merkt niet dat wij weg zijn.’
“Maar, als ik wakker word? Als ik dan moet huilen?”
‘Dan belt Janna ons en komen wij naar huis.’
“Beloofd?”
‘Beloofd.’
Samengevat; op dag twee stel je gerust.
Dag 3: ‘Aan je eindje vasthouden’
‘Schat? Vrijdag gaan wij…’
“Jaha! Dat weet ik. Het is super oneerlijk dat jullie weg gaan zonder mij.”
‘Dat begrijp ik. Maar, had jij niet vorige week een partijtje?’
“Ja.”
‘Mochten Patty en Paul toen komen?’
“Nee! Dat was een kín-der-fees-tje!”
‘Vrijdag is het een grote-mensen-feestje.
Met een boos gezicht propt Prinses* twee poppetjes in haar Playmobil-auto: ‘Kindje? Jij blijft thuis. Wij gaan lekker weg. Dag!’ De auto krijgt een duw, rolt door de woonkamer, en crasht tegen de koelkast.
Kortom, op dag 3 herhaal je de boodschap.
Dag 4: De kracht van herhaling
‘Prinses*? Nog even over donderdag…Wij gaan naar een Grieks restaurant. Knoflook, aubergine en courgette hebben ze daar.’
“Gadverdamme! Nou, dat hoef ik niet hoor.”
‘Een kindermenu hebben ze niet.’
“Is daar een speeltuin?”
‘Nee, ook niet.’
“Wat een stom restaurant.”
‘Daarom is het ook een grote-mensen-feestje.’
Op dag vier blijf je herhalen, herhalen, herhalen
Dag 5: ‘Accepteer wat komt, omarm wat is.’
‘Nog even over vanavond…’
Prinses* rolt met haar ogen: ‘Jullie gaan weg. De buurvrouw komt. Jullie gaan héél vies eten eten. Morgenochtend zijn jullie weer thuis. Nu weet ik ’t wel.”
De boodschap is duidelijk op dag vijf. Geniet van je uitje!
Lessons learned?
- Kondig de oppas een week van te voren aan. Breng dit als een besluit: ‘Wij gaan…jij gaat…’
- Stel gerust;
- Herhaal;
- Herhaal;
- Geniet van je uitje.
Ontzag voor jullie aanpak. Ook al weet ik dat als het je eigen (pleeg)kind is het zich gaat wijzen..